
4 overwegingen voor opstellen Smart City strategie
Een stad wordt niet vanzelf een Smart City. Daar is een strategie bij nodig. In de blog van vorige week schreven we dat gemeenten vaak druk bezig zijn met het opzetten en uitvoeren van Smart City projecten, maar dat hier niet altijd een overkoepelende strategie voor is. Dat is opvallend aangezien een strategie antwoord geeft op de vraag wat voor een soort slimme stad men wil zijn en hoe men dat bereikt. Vanuit onze gebundelde ervaring op het gebied van stedelijke ontwikkeling hebben wij een eerste vier overwegingen op een rij gezet waarnaar gekeken kan worden bij de opzet van een Smart City strategie.
1. Zoek samenwerking met andere gemeenten
Uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam blijkt dat er onder de bevraagde steden behoefte is aan een Smart City kenniscentrum. In dit kenniscentrum kunnen steden hun ervaringen met Smart City projecten delen waardoor het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden wordt. Hierdoor komen we gezamenlijk verder. Dit geldt ook voor het opstellen van een Smart City strategie. Hoe is dat geregeld in andere gemeenten? Op wat voor thema (bijv. mobiliteit, duurzaamheid, energie) leggen zij de focus? En hoe verhoudt deze strategie zich tot de nationale strategie NL voor Smart Cities?
Er zijn al een aantal voorbeelden van gemeentelijke samenwerkingsinitiatieven. Bijvoorbeeld de City Deal Kennis Maken en het Nationaal Smart City Living Lab.
City Deal Kennis Maken
‘De inzet van de City Deal Kennis Maken is om een versnelling tot stand te brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten hierbij grootschalig te betrekken’, aldus Agenda Stad. De steden die meedoen aan deze City Deal zijn Amsterdam, Delft, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Wageningen. In de City Deal staan talentontwikkeling, ondernemerschap én het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid centraal.
Nationaal Smart City Living Lab
Het uitgangspunt van het Nationaal Smart City Living Lab is samen ervaring opdoen met Smart City experimenten en deze met elkaar delen. De gemeenten Breda, Dordrecht, Helmond, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Veldhoven en Zoetermeer, gebruiken nieuwe en bestaande databronnen om elk hun eigen vraagstuk op te lossen. De leerdoelen van het Living Lab zijn ervaring opdoen met opschaling en samenwerking met publiek-private partijen.
2. Zoek samenwerking met de partijen binnen uw gemeente
Ook binnen de gemeente zijn verschillende stakeholders aanwezig op wiens ervaring en kennis kan worden gebouwd. Dit idee heet ook wel de Quadruple Helix (wij publiceerde hier eerder al een blog over). Deze helix gaat ervan uit dat de kenniseconomie verklaard kan worden door de samenwerking van vier partijen: de kennisinstituten, het bedrijfsleven, de overheid en de burger. In een Smart City mobiliseert de overheid alle aanwezige creativiteit van haar burgers, ondernemingen en kennisinstellingen om oplossingen te vinden voor problemen in de stad.
De idee van de Quadruple Helix zie je ook terug in de City Deal Kennis Maken waar kennisinstellingen, zowel in hun rol als wetenschappers als in hun rol als burger in de stad, worden betrokken bij het oplossen van maatschappelijke problemen.
3. Hou rekening met interoperabiliteit tussen de verschillende Smart City projecten
Barcelona, een van de leidende spelers op het gebied van Smart Cities, kampt net als vele andere steden met non-interoperabiliteit van haar softwaresystemen doordat elk Smart City project zijn eigen software gebruikt. Zo had de stad een sensor netwerkoplossing voor de openbare verlichting, een voor het trottoir, en weer een ander die de watermanagementkwaliteit bij hield. Al deze verschillende systemen konden niet op een gestandaardiseerde manier met elkaar praten, omdat zij elk door een ander bedrijf werden aangeboden. Toch kan het combineren van deze verschillende databronnen nieuwe inzichten leveren.
De Amsterdam ArenA is hier een goed voorbeeld van. In dit ‘Smart Stadium’ worden verschillende technieken ingezet om duurzaamheid, veiligheid, winst en klantervaringen te vergroten. Door het combineren van verschillende databronnen kan bijvoorbeeld de klantervaring vanaf de rit naar het stadium tot het einde van de wedstrijd geoptimaliseerd worden. Om dit mogelijk te maken is interoperabiliteit tussen de verschillende softwaresystemen noodzakelijk.
4. Denk na over opschaling en verduurzaming
Een bekend probleem bij Smart City projecten is dat deze na de pilot fase niet verder worden ontwikkeld. Het project is afgerond, de resultaten zijn binnen, de lessen zijn geleerd. En dan? Men wil wel verder, maar het ontbreekt aan financiële middelen om de volgende fase te starten. Een mogelijke oplossing hiervoor is het zoeken van financiering buiten de gemeentelijke organisatie. Door samen te werken met multinationals, kennisinstellingen en burgers vergroot je tevens het maatschappelijk draagvlak.
Is het Smart City project geen succes en besluit je niet verder te gaan na de pilot? Deel dan je ervaringen binnen en buiten de gemeente zodat anderen kunnen leren van jouw expertise. Juist deze ‘gefaalde projecten’ kunnen heel leerzaam zijn.
Vragen die je zou kunnen stellen bij het opstellen van de Smart City strategie zijn: Hoe zorg je voor opschaling van het project? Wat doe je met de behaalde resultaten? En hoe deel je je opgedane kennis?
Uiteraard komt er naast deze vier punten nog meer kijken bij het opstellen van een Smart City strategie. Hoe zorgt u bijvoorbeeld dat uw strategie opvolging krijgt? En hoe verhoudt uw strategie zich tot de Nationale Strategie NL voor Smart Cities? Tijdens de 2-daagse samenvatting gaan wij dieper in op deze vragen. Bovendien is er ruimte voor het maken van een zelf-assessment om de uitgangssituatie van uw eigen stad te bepalen.
Geïnteresseerd? Schrijf je nu in